Via Las Terrasaz naar Pinar del Rio

Het wordt saai, we hebben de wekker gezet maar opnieuw zijn we wakker voordat er maar een telefoon begint te rinkelen. Ook het ontbijt is een herhaling van zetten. Geen foto dus ;-)

Internettoegang

Over telefoon gesproken, het ontbreken van elke vorm van communicatie via internet begint langzaam te wennen. De eerste twee dagen was het echt afkicken. Voor mij dan. Normaal gesproken begint en eindigt mijn dag op internet. Een soort van internet-junkie maar dan zakelijk. En privé.
Maar nu bliepte er geen mail van klanten binnen, geen Facebook met alle zin en onzin van vrienden en bekenden maar had ik ook geen contact met het thuisfront via WhatsApp. En ja, dat is wennen.

Toch zijn de Cubanen niet helemaal verstoken van internettoegang. Bij telecomproviders en hotels kun je een kaart á 2 CUC kopen. Hiervoor krijg je dan één uur toegang tot het wereld wijde web op een hotspot van of de provider of het hotel. Wanneer je in je achterhoofd houdt dat het gemiddelde maandloon nog geen 50 CUC is …

Een hotspot zoeken en daar onze tijd op internet doorbrengen was – in onze ogen – verloren tijd.

Taxi met chauffeur

Ruim voor het afgesproken tijdstip waren onze oren gespitst. Stopt er al een auto? En de klok tikte verder. Voorbij het afgesproken tijdstip. En nog verder.
We hadden al besloten uiterlijk een half uur te willen wachten. Tijd en op tijd is in Cuba een ander begrip dan in ons koude kikkerlandje. Maar na 20 minuten ging de bel en een gele taxi stond voor de deur. Ons huurauto-verhaal hadden we niet helemaal duidelijk kunnen maken aan de gastvrouw en ze vertrouwde het niet helemaal denk ik. Heel wantrouwend werd de deur geopend. Toen zijn naam klopte met de naam die ik had doorgekregen, was het goed en konden we vertrekken.

Jorge

Dat was zijn naam, Jorge. Het was even oefenen om het uit te spreken. Maar datzelfde was ook op hem van toepassing. Spreek als Cubaan maar eens twee Nederlandse namen uit. Toch?

Jorge zag er onberispelijk uit in zijn witte kleding en met zijn witte pet. Hij kon wat Engels, Janet kon wat Spaans en ik had handen en voeten. Gesprekken verliepen vlekkeloos, dat snap je wel. En hij zou de komende 13 dagen ons gezelschap zijn. We waren heel benieuwd hoe het allemaal zou gaan lopen.

Op weg

Havanna uit en naar de snelweg was een eitje. Voor hem dan. Ik heb geprobeerd mee te kijken maar heb echt niet overal verkeersborden gezien. Ook hadden we nog water nodig voordat we op de snelweg waren. Dat heeft meerdere korte stops gekost maar ik blijf het vreemd vinden. Rum is op bijna elke straathoek te koop en gewoon drinkwater is erg slecht tot bijna niet te krijgen.

De eerste indruk van de 'autopista' is goed: weinig verkeer en weinig diepe gaten in de weg. Ik geloof dat de maximum snelheid 100 km per uur is, maar onze chauffeur jaagt er met een constante snelheid van zo'n 130 km per uur over heen. In ieder geval véél harder dan wij gedaan zouden hebben ;-)

Toch is het bizar om te zien: op snelweg worden eigen producten verkocht, hangen er veel mensen onder de viaducten rond wachtend op een lift, zijn fietsers en paard met wagen net zo normaal als een gewone auto. Kortom, dit is Cuba.

Las Terrasaz

Voor vandaag hebben we twee stops in de planning: Las Terrasaz en Soroa. Las Terrasaz ligt als eerste op de route na zo'n 80 km van Havana. Het natuurpark waar het dorp in ligt heet Sierra del Rosario, heeft een omvang van 25.000 ha en is door de UNESCO in 1985 uitgeroepen tot biosfeerreservaat.
Las Terrasaz dankt zijn naam aan de, met pijnbomen begroeide, terrassen die aangelegd zijn voor herbebossing om erosie tegen te gaan. In 1968 introduceerde de Cubaanse regering dit herbebossingproject op de terrasvormige heuvels in de omgeving en bouwde een ecologisch hotel bovenop een heuvel bij het dorp.
Door de bouw van het bijzondere Moka hotel is het ecotoerisme opgebloeid en vormt hier een grote bron van inkomsten. Boeren uit de streek kwamen er werken en kregen betere leefomstandigheden. Ze hoefden geen land meer te bebouwen, waren niet meer afhankelijk van de grond en kapten niet meer.
Wanneer je hier nu rondkijkt, zou je niet zeggen dat voor de start van het project het landschap kaal was door buitensporige houtkap. Van Las Terrasaz hebben we dus niets gezien ...

Cafetal Buenavista

Om het reservaat binnen te gaan, kom je langs een controlepunt, Puerta Las Delicias, waar 4 CUC entree per persoon gevraagd wordt. Direct na dit controlepunt gaan we rechts richting Cafetal Buenavista. De weg is smal en steil en we moeten wachten tot de weg vrij is van tegenliggers.

Franse immigranten die, na de revolutie van 1771, Haïti waren ontvlucht, vestigden ruim vijftig plantages in de Sierra. Cafetal Buenavista, een 19de eeuwse koffieplantage, is de enige die vrijwel geheel gerestaureerd is. Op deze plantage werkten 126 slaven. Door de grote Tajona (slijpsteen), aan het einde van de terrassen, werden de koffiebonen gescheiden van het omhulsel. Daarna werden de bonen – in de zon – gedroogd op de terrassen. De slijpsteen en de terrassen, zijn, net als de overblijfselen van de slavenverblijven, nauwkeurig hersteld.

Las Terrazaz - Cafetal Buenavista

Van hieruit nemen we het wandelpad naar het uitzichtpunt op de top van de Loma Las Delicias. Dit zijn de eerste stappen door een heel groen Cuba en uiteindelijk ligt de Vallee de San Juan aan onze voeten. Jammer genoeg is het erg heiig. Maar het belangrijkste, we genieten!

Lago El Palmar

We hadden ook nog even een frisse duik in de planning. Totdat we het water in het, door het Rio San Juan doorkruiste meer, Lago El Palmar zagen. Het was niet zo heel helder en de waterplanten groeiden wel heel ver door. Het leek ons beter om op de steiger te blijven zitten en onze pootjes door het water te laten spartelen. Maar mooi is het hier zeker. 100%!

Las Terrazaz -Lago El Palmar

Lunch

Jorge, die niet van onze zijde week, stelde voor om bij Casa del Campesino te lunchen. Helaas waren daar net enkele busladingen met toeristen binnen gekomen waardoor er voor ons geen plaats meer was. We zijn terug gegaan naar Cafetal Buenavista en hebben daar heerlijk geluncht.

De bijnaam van dit gebied is de ‘Regenboog van Cuba’, door de enorme hoeveelheid regen die hier valt. En dat hebben we geweten. Al tijdens de lucht pakten donkere wolken boven onze hoofden samen, hoorden we de donder en viel er al een verdwaalde regendruppel. Jorge zag, letterlijk en figuurlijk, de bui al hangen en adviseerde ons om nu niet naar Soroa te gaan. Het zou zonde zijn om in de regen daar rond te kijken. Over twee dagen komen we hier toch weer langs en dan hopelijk met mooier weer.

Door naar Pinar del Rio

Het was maar goed dat we – na even overleg – besloten hadden om inderdaad door te rijden naar Pinar del Rio. Niet veel later viel de regen met bakken uit de lucht. En dat bijna 100 km lang. Terwijl Jorge zijn voet stevig op het gaspedaal hield, voelden wij de auto af en toe weg slippen. Er zijn van die momenten dat je niet meer na moet denken. Dit was zo'n moment.

Villa Manuela

Het was net een beetje opgeklaard toen we in Pinar del Rio aankwamen. Even. Want voordat we bij onze casa, Villa Manuela, aankwamen, stonden de hemelsluizen weer wagenwijd open.

Villa Manuela ligt aan een zijstraat evenwijdig aan de hoofdstraat. De oorspronkelijke eigenaren, Manuela en Gerard, zijn er niet. Zij wonen in Frankrijk maar we worden uiterst vriendelijk ontvangen door onze gastheer (waarvan ik de naam dus echt niet weet). Hij oogt verlegen en in een combi van Spaans en Engels waarschuwt hij ons voor de chico's die ons misschien wel willen oplichten wanneer we voor het diner nog even de stad in willen.

Pinar del Rio

Het was al donker voordat we de stad gingen verkennen. Door de hoofdstraat. En er was niet veel te beleven. De zoektocht naar een bar leverde ook niet veel op totdat we aangesproken werden door een, jawel een chico ;-)

De eerste vraag die altijd gesteld wordt, is waar je vandaan komt. En op het antwoord 'Hollande' kregen we in het vrijwel vlekkeloos Vlaams reactie terug. Dat was lachen, midden in Cuba door een echte Cubaan aangesproken worden in – bijna – je eigen taal. Deze knul had jaren in België gewerkt in een patisserie (zei hij) maar was voor een operatie na een ongeval terug gekomen naar Cuba. De gezondheidszorg in Cuba was beter én veel goedkoper zo niet gratis. En in België dus duidelijk niet. En hij wist de beste bar van de stad te vinden. Zei hij.

Het was er erg leeg, maar de cocktails lonkten. En hij, de chico (heb ik dat al gezegd, dat ik heel slecht ben in het onthouden van namen?), nam uiteindelijk ook plaats aan onze tafel. We babbelden. En babbelden. En vroegen hem om de dingen die we hier moesten zien. Hij gaf onder andere de naam van een tabaksplantage in de buurt van Pinar del Rio, maar deze stond niet in ons reisboek …

Diner

Vooraf was al gevraagd welk dier wij graag als diner wilden eten en op welk tijdstip. We waren een ietsje 'te laat' maar het eten was met liefde klaar gemaakt. We kregen zelfs een afzakkertje in de vorm van een vingerhoedje pure rum. Erg lekker overigens ;-)
Jammer genoeg zijn we vergeten om hier foto's van te maken. 

Na het diner hebben we al grinnikend opgebiecht dat we ons door een chico hebben laten verleiden. Onze gastheer schudde zijn – wellicht – wijze hoofd en vertelde ons dat alle informatie die wij hadden gekregen nep was en niet moesten geloven. Maar dat is voor de dag van morgen.