Het plan voor vandaag: van Playa Larga naar Cienfuegos. Via de soort van kustweg. Niets meer, niets minder. En dus mogen we 'uitslapen' van Jorge. Geen ontbijt om 8 maar om 9 uur. Wat een luxe. Zelfs het weer voelt een stuk aangenamer dan gisteren en het is droog. Nog wel.
En wat wen je toch snel aan deze temperaturen zodat je een graadje of 25 al als fris gaat bestempelen.
Haven van Playa Larga
Op de eerste avond hebben we de lokale disco bezocht, weet je nog? Het was mij toen opgevallen dat er naast het terrein water was. In het donker was hier verder niets uit op te maken maar het had wel mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik wilde daar nog graag even gaan kijken voordat we naar Cienfuegos zouden gaan. En zo geschiedde ;-)
Jorge parkeerde zijn gele bolide voor de plaats waar wij twee avonden eerder van onze cocktails en de locals hadden genoten. Het asfalt stonk nog even hard, maar we hadden beeld.
Aan het einde (of is dit het begin) van de haven hebben we even rondgekeken. Veel kleine (vissers)bootjes en een verdwaalde visser (m/v) aan de kant, is wat wij hier op de digitale plaat vast konden leggen. En stiekem had ik ook hier wel wat langer rond willen wandelen …
Meer foto's van de haven van Playa Larga vind je hier.
Op naar Cienfuegos
Toen wij nog met onze pootjes op Nederlandse bodem stonden, hadden we – met de kaart van Cuba voor onze neus – al bepaald dat we de kustweg naar Cienfuegos zouden rijden. Wanneer we dit namelijk niet zouden doen, moesten we een deel van de heenweg terug rijden. In kilometers maakte het niet zo veel, maar via de snelweg is gewoon sneller. Maar hé, wij hebben vakantie en willen zo veel mogelijk zien. En kozen voor de kustweg want nieuwe weg.
Jorge werd geïnformeerd welke weg wij wilden nemen maar dit viel niet helemaal goed. Een stellig 'autopista' was zijn antwoord en dus meteen het begin van een discussie in gebroken Engels en Spaans. In de stilte die daarna volgde gingen wij er vanuit dat hij ook daadwerkelijk de kustweg zou nemen. Niets bleek minder waar te zijn.
Op de t-splitsing draaide hij naar links, richting de snelweg. En daar ontstond de volgende discussie: iederéén die naar Cienfuegos wilde, zou deze kant op gaan. Zei Jorge. En wij dus ook. Zei Jorge. Het kostte even moeite om hem te overtuigen dat wij toch écht de andere kant op wilden en uiteindelijk stuurde hij – al zuchtend – zijn auto naar rechts. Adios Playa Larga!
Onderweg naar Cienfuegos trokken er verschillende landschappen aan ons voorbij. En alles was groen. Qua natuur dan hè. De dorpjes waar we doorheen kwamen waren veelal erg kleurrijk met heel veel mensen én dieren op straat. De huizen varieerden van armoeiige hutjes tot huizen met een eerste verdieping. En wat zou ik graag uit de auto gestapt zijn om te gaan fotograferen. Maar we hadden een doel, Cienfuegos, en de botsing met Jorge was ik nog niet helemaal kwijt.
Vanuit de auto hebben we wel wat foto's (en videos) gemaakt maar dat mag geen naam hebben.
Onze casa
We waren al gewaarschuwd dat het in Cienfuegos misschien wat moeilijker zou zijn om een slaapplaats te vinden. Iets met drukte in Cuba en zo.
Op het eerste adres waar wij aanklopten was geen plaats meer. En ergens verdenk ik Jorge er van dat hij een casa uitzoekt met een leuke gastvrouw zodat hij zijn charmes voor ons (en hemzelf) in de strijd kan gooien. Want babbelen dat kan hij. Het lijkt net of hij iedereen kent. Tenminste, zo ziet het er voor ons uit, geen idee wat hij dan bespreekt.
Na enkele telefoontjes blijkt er in Casa Tania y Adrian nog plaats te zijn voor ons. We worden begroet door twee supervriendelijke gastheren, checken in en krijgen een limonade aan de bar op het dakterras terwijl onze kamer in orde wordt gemaakt. Hier, op het dakterras, worden we overvallen door een stortbui. En we zien letterlijk de bui al hangen als we dadelijk de stad gaan verkennen.
Ondertussen is het wel lunchtijd geworden en op advies van de gastheren eten we bij Dona Nora. Een restaurant wat de koloniale sfeer van Cienfuegos uitademt en de lokale gerechten serveert. Een blik op de kaart vertelt ons, dat de prijzen allesbehalve koloniaals zijn. Maar, eerlijk, we hebben smakelijk ons buikje vol gegeten onder begeleiding van – hoe kan het ook anders – een mojito.
De stad Cienfuegos
De beschermde baai (Bahía de Jagua of Bahía de Cienfuegos) waar de havenstad Cienfuegos aan ligt is door Columbus ontdekt. De oorspronkelijke bewoners zijn de Jagua-indianen. Om de baai tegen piraten te beschermen, werd er in 1745 het fort Castillo de Juaga door de Spanjaarden gebouwd. Cienfuegos werd in 1819 gesticht, heeft als enige stad in Cuba een Frans koloniale oorsprong en is het centrum van de suikerhandel, koffie en tabak. De stad is vernoemd naar José Cienfuegos, de toenmalige Spaanse gouverneur-generaal van Cuba. Sinds 2005 is Cienfuegos toegevoegd aan de UNESCO-werelderfgoedlijst.
Omdat de stad een overzichtelijk rechthoekig stratenplan heeft (lees: de straten zijn breed en recht), is verdwalen bijna onmogelijk. De 'calles' lopen noord-zuid en hebben oneven nummers. De 'avenidas' lopen oost-west en hebben even nummers. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn gegroepeerd rond het Parque José Marti.
De provincie Cienfuegos is overigens één van de meest welvarende regio’s van het land. Dit is onder andere te danken aan één van de vier olieraffinaderijen, de grootste cementfabriek van het land, een papierfabriek, scheepsbouw, een thermo-elektrische centrale en meer. De haven van Cienfuegos dient ook als thuisbasis voor een groot deel van de garnalenvissersvloot.
Groot minpunt is dat het afvalwater van Cienfuegos in de baai wordt geloosd waardoor zwemmen op de kleine strook strand niet echt een aanrader is.
Punta Gorda
Het restaurant waar we gegeten hebben, ligt dicht bij de boulevard richting Punta Gorda en we spreken af dat we Jorge pas tegen dinertijd weer zullen ontmoeten. Gewapend met een plattegrond van de stad is het heerlijk - ondanks de regen - om even door te stappen en een 'frisse' neus te halen. De boulevard heet óók de Malecon en is een mini-versie van de boulevard in Havana.
Aan het begin van de Malecon staat een groot reclamebord met webadres: autenticacuba.com. En weer heb ik schik. Het ministerie van toerisme heeft bij deze naam BIJNA alle extensies geregistreerd die allemaal doorverwijzen naar de .com versie. Behalve die van ons :)
Maar goed, we bezoeken dus eerst de boulevard van Punta Gorda. Dit stukje schiereiland verschilt nogal van de stad Cienfuegos en de relatief jonge leeftijd merk je hier goed en kenmerkt zich door veelal open straten en ruime bungalows. In Punta Gorda zijn enkele historische monumenten waarvan het Palacio de Valle een hoogtepunt is. Helaas zijn we hier niet geweest.
Parque José Marti
Ondertussen is het al half 3 en we twijfelen: willen we helemaal naar 'la punta' wandelen of draaien we om en gaan we naar het centrum met het Parque José Martí? We kiezen voor de laatste optie en maken rechtsomkeer terwijl het blijft regenen. Erg jammer want Cienfuegos wordt ook de 'parel van het zuiden' genoemd maar dat kunnen wij er deze middag niet echt vanaf zien.
Wat ons verbaast, zijn de autovrije winkelstraten die naar het parque José Marti leiden. Een verademing! We dwalen bij het park rond, kopen wat souvenirs en zijn oplettend want niet iedereen is van plan om ons het goede wisselgeld terug te geven.
Als je wilt weten wat we op onze 'dwaaltocht' tegen zijn gekomen, klik hier voor de foto's.
Cementerio de Reina
De tijd is eigenlijk te kort om één of meerdere gebouwen te bezoeken en we besluiten om naar de oudste begraafplaats, Cementerio de Reina, van de stad te gaan. Deze begraafplaats ligt in de wijk Reina en is op loopafstand van het parque José Marti. Dachten wij …
Op mijn telefoon staan een paar apps die met GPS precies aangeven waar je heen moet en hoe ver dat dan is. GPS en Cuba is overigens net iets anders dan dat je hier gewend bent, het kan zomaar een minuut of vijftien duren voordat je überhaupt contact hebt met een satelliet. Maar dat terzijde.
We hadden natuurlijk al een aardige wandeling richting Punta Gorda in de voetjes en de weg naar de begraafplaats bleef maar duren. Lang hebben we de 'paard met wagen – taxi's' geweigerd … totdat het echt te gortig werd.
Onze koetsier noemde een schappelijk bedrag voor de rit naar de begraafplaats en weer terug naar het parque José Marti. Hij verzekerde ons dat het 'no problem' was om te wachten bij de begraafplaats. Janet mocht de teugels overnemen maar had al heel snel in de gaten dat het simpeler leek dan dat het ook daadwerkelijk was ;-)
Op de oudste begraafplaats van de stad, gesticht in 1837 en een rijksmonument, liggen veel graven van Spaanse soldaten die in twee onafhankelijkheidsoorlogen gestorven zijn. Dit is de enige begraafplaats in Cuba waar lichamen óók bovengronds worden begraven wat te maken heeft met de hoge grondwaterstanden. Er is een marmeren standbeeld genaamd Bella Durmiente wat een eerbetoon is aan een 24-jarige vrouw die in 1907 overleed aan een gebroken hart.
Ik durf niet te zeggen of dit op de foto staat, maar we zullen het ongetwijfeld gezien hebben. Of, laat ik het zo zeggen, de oude man die ons de rondleiding over de begraafplaats heeft gegeven, zal dit ongetwijfeld genoemd hebben. Maar ja, iets met praatjes en plaatjes?
Wil je meer foto's van de begraafplaats zien, klik dan hier.
Na het bezoek aan de begraafplaats worden we keurig in het park weer afgezet en wandelen terug naar onze casa. Hier hebben we nog heel even tijd om even horizontaal gestrekt te gaan en ons op te frissen voordat we (weer) gaan eten.
Jorge had hier en daar geïnformeerd naar een authentiek restaurant en wist te vertellen dat hij dat ook had gevonden. Ik ben de naam kwijt, sorry, maar het was er gezellig en druk. Belangrijk(er) is het eten wat geserveerd werd. Ik zat nog steeds vol van de uitgebreide lunch en besloot tot een soepje. En dat viel erg goed! Janet had meer trek en bestelde een lasagna. Eveneens erg lekker maar teveel.
Klik hier voor de foto's.
Wie het verhaal over de doggybag wil horen, neem even contact op met Janet ;-)
De bar is dicht
Het is nog niet extreem laat wanneer we weer voor ons casa afgezet worden. Het is inmiddels droog en aangenaam van temperatuur zodat we besluiten maximaal gebruik te maken van de bar op het dakterras. Dus niet, het is compleet uitgestorven en we kunnen niet eens meer een cocktail bestellen. Enigszins teleurgesteld gaan we vroeg naar bed en vallen als een blok in slaap.
Hebben we dat dan heel misschien toch nodig gehad …?
* saillant detail - vandaag heb ik, Mieke, mijn muggenbulten geteld en ik kom zo – heel snel – op het respectabele aantal van 75 (en het einde is nog niet in zicht) ... wat een ellende ... ik HAAT muggen ...